De Dam als fotografische
beeldbank
NW | N | NO |
W | Alles | O |
ZW | Z | ZO |
De Industrieele Club was op 13 mei 1913 opgericht ter bevordering van de landelijke belangen op het gebied van de handel en nijverheid en telde aanvankelijk 178 leden. Gebouw Industria moest in de huisvesting voorzien. De bouw stagneerde doordat men bij grondwerkzaamheden op de resten stuitte van een zware sluis, een staking van betonvlechters en vooral het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog. Gebouw Industria werd uiteindelijk op 8 januari 1916 feestelijk geopend door F.E. Posthuma als minister van Landbouw, Nijverheid en Handel.
Een van de meest ingrijpende veranderingen die de Dam in het eerste kwart van de 20ste eeuw heeft doorgemaakt was de sloop van het zogenoemde Commandantshuis in 1912. Met de ingang aan de zijde van het Koninklijk Paleis stond dit pand tussen de latere Bijenkorf en gebouw Industria.
In 1807 nam de regering van koning Lodewijk Napoleon het complex in gebruik en in de eerste regeringsjaren van koning Willem I kreeg het een bestemming als woning van de stadscommandant. Vandaar de naam Commandantshuis. Het behield deze functie tot 1869, waarna er verschillende gemeente- en rijksinstellingen in werden gevestigd.
Door afbraak van het Commandantshuis en de percelen aan de westzijde van de Warmoesstraat was het plein sinds 1912 aanzienlijk vergroot. Maar plannen voor nieuwe bebouwing hiervan zouden zich decennialang voortslepen. Van 1912 tot 1925 was de Middendam een armzalige en veel besproken modderpoel, waar flora en fauna welig tierden. In afwachting van een definitieve beslissing over de geplande bebouwing werd in 1925 voorlopig een zo genoemd Damplantsoen aangelegd.